Eenmalig verhoogde vrijstelling schenkbelasting tot 40 jaar
De leeftijdsgrens voor de eenmalig verhoogde vrijstelling van schenkbelasting gaat naar 40 jaar. Het voorgestelde Amendement van de leden Schouten en Omtzigt is dinsdag bij het wetsvoorstel overige fiscale maatregelen 2013 door de Tweede Kamer aangenomen.

De eenmalige verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor schenkingen van ouders aan kinderen tot € 50.300 is van toepassing als dit bedrag wordt gebruikt voor een studie of de bekostiging van een(toekomstige) eigen woning of een verbouwing of verbetering hiervan, voor de afkoop van erfpacht, opstal of beklemming of voor de aflossing van een reeds bestaande eigenwoningschuld.

Woningmarkt
Dit amendement verruimt mogelijkheden voor financiering van de eigen woning en kan daarmee ook de doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Verder daalt hierdoor de hypotheekrenteaftrek en de daarbij behorende belastinguitgave.

De wijziging wordt geregeld via artikel VIII, eerste lid. Ingevolge het tweede lid geldt de verhoging van de leeftijdsgrens ook voor een aanvullende schenking ten behoeve van de eigen woning ingeval al voor 2010 gebruik is gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling onder de tot 2010 geldende voorwaarden

Ook het Belastingplan 2013 is dinsdag door de Tweede Kamer aangenomen. Op enkele punten wordt het plan aangepast wegens aangenomen amendementen en moties. Zie hiervoor het betreffende nieuwsartikel.

Tweede Kamer akoord met Belastingplan 2013

Vanaf 1 januari 2013 gelden nieuwe regels voor de aftrek van hypotheekrente. De assurantiebelasting gaat omhoog naar 21%. Het Belastingplan 2013 is dinsdag door de Tweede Kamer aangenomen. Op enkele punten wordt het plan aangepast wegens aangenomen amendementen en moties.

Wijzingen na Regeerakkoord
Het Belastingplan is op een aantal punten gewijzigd sinds de indiening op Prinsjesdag, na de vorming van het kabinet Rutte-Asscher. Zo is het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer ingetrokken. De assurantiebelasting wordt verhoogd naar 21%. Het vitaliteitssparen wordt niet ingevoerd. Gespaarde levenslooptegoeden vallen eerder vrij. Eenmalig kan komend jaar het hele tegoed fiscaal voordelig worden opgenomen. Beloningen van assurantietussenpersonen zijn niet langer aftrekbaar. Bonafide ondernemers krijgen de mogelijkheid vier maanden uitstel van betaling aan te vragen voor openstaande belastingschulden tot een bedrag van € 20.000.

Wijzigingen Belastingplan

  • De werkbonus vervalt per 1 januari 2020 (Amendement Dijkgraaf);
  • Overgangsrecht voor de levensloopregeling nader aangepast (Amendement Dijkgraaf c.s);
  • Bij het schrappen van de MRB-vrijstelling voor oldtimers per 2014 komt een vrijstelling voor hobbymatig gebruik (Motie Bashir);
  • Er komt een onderzoek of arbeidsmigranten met auto’s met buitenlandse kentekens motorrijtuigenbelasting kunnen betalen (Motie van Vliet);
  • Er moet een oplossing voor bezittters van oude auto’s en motorfietsen die gedwongen worden hun culturele erfgoed op te geven door het schrappen van de MRB-vrijstelling komen in het Belastingplan 2014 (Motie Koolmees);
  • Tijdens de G20 hebben Engeland en Duitsland aangegeven belastingontwijking te willen gaan aanpakken. Nederland moet zich bij deze landen aansluiten (Motie Klaver).

Aftrek hypotheekrente
De nieuwe regels voor de aftrek van hypotheekrente gaan in per 1 januari 2013. Mensen die na die datum een nieuwe hypothecaire lening afsluiten, krijgen alleen renteaftrek als die lening in 30 jaar volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost. Voor bestaande hypotheken verandert in beginsel niets.
Een andere maatregel is dat rente op restschulden 10 jaar lang in aftrek mag worden gebracht. Voorwaarde is wel dat de restschuld is ontstaan door verkoop van een woning in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017.

Verhuurderheffing
Verhuurders van woningen moeten vanaf volgend jaar een heffing van 0,014% betalen over de WOZ-waarde van de woningen die ze verhuren in de gereguleerde sector. In 2014 wordt dat verhoogd naar 0,231%. De maatregel gaat gelden voor verhuurders die meer dan 10 woningen verhuren.

Fraude- en constructiebestrijding
Constructies die het bodem(voor)recht van de fiscus bij faillissementen uithollen, worden aangepakt. Hierdoor wordt bijvoorbeeld voorkomen dat bedrijfsmiddelen bij een faillissement snel naar de bodem van een derde worden afgevoerd, waardoor de Belastingdienst achter het net vist. Bij de Toeslagen kunnen fraudeurs die tweemaal de fout ingaan vanaf volgend jaar een boete van 150% tegemoet zien. Als de recidivist de boete niet ineens kan betalen, wordt deze verrekend met nog te ontvangen toeslagen. Verder zal de uitbetaling van een toeslag stopgezet worden als iemand niet reageert op het verzoek van de inspecteur om inkomen uit het buitenland op te geven.

Thincapregeling en Pensioen-BV

  • De termijn waarin een vermindering van overdrachtsbelasting geclaimd kan worden bij doorverkoop van een woning of bedrijfspand, wordt tijdelijk verlengd van 6 naar 36 maanden.
  • Het lage tarief in de overdrachtsbelasting geldt vanaf 2013 ook voor zogeheten aanhorigheden die later verkregen worden, zoals de tuin, garages en schuren.
  • Doordat de zogenoemde thincapregeling wordt afgeschaft, in een poging de administratieve lasten voor bedrijven te verminderen.
  • Pensioenen die in eigen beheer worden gehouden door DGA’s mogen onder voorwaarden worden afgestempeld. Hierdoor kunnen pensioenverplichtingen worden verlaagd als de eigen pensioen-BV onvoldoende vermogen heeft.
  • Ook wordt de systematiek van de btw-heffing op tabaksproducten zodanig aangepast dat voortaan op dezelfde wijze wordt geheven als op andere producten. De koppeling met de accijnsheffing wordt daarmee losgelaten.

Naast het Belastingplan 2013 heeft de Tweede Kamer ook ingestemd met de Wet herziening fiscale behandeling eigen woning en de Wet elektronische registratie notariële akten. Ook het wetsvoorstel overige fiscale maatregelen 2013 door de Tweede Kamer aangenomen met de amendementen:

Het Regeerakkoord

Op 29 oktober jongstleden is het Regeerakkoord openbaar gemaakt. Dit akkoord omvat een omvangrijk pakket aan maatregelen. Hieronder worden de fiscale maatregelen weergegeven met de beoogde datum van inwerkingtreding, welke onder het motto “Bruggen slaan” zijn getroffen. De data zijn afgeleid uit de tekst en de tabellen van het Regeerakkoord. Deze data kunnen nog wijzigen in het wetgevingsproces. Begin oktober werd het Deelakkoord al bekend gemaakt.

Per 1 januari 2013

  • Snellere verhoging AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2021
  • Invoering doorwerkbonus
  • Niet invoeren vitaliteitssparen
  • Terugdraaien afschaffing reiskostenaftrek (inclusief de maatregel auto van de zaak), forensentaks gaat niet door
  • Niet invoeren kilometerheffing
  • Tegemoetkoming renteaftrek op restschulden woning
  • Afschaffing aftrek provisies tussenpersonen
  • Terugnemen maatregel uit Belastingplan 2013 om de vrije ruimte van de werkkostenregeling met 0,1% te verhogen
  • Verruiming uitstelregeling ondernemers voor de BTW, de grens wordt verhoogd van € 12.000 tot € 20.000

Per 1 april 2013

  • Verhoging assurantiebelasting tot 21%

Per 1 januari 2014

  • Afschaffing zorgtoeslag en invoering inkomensafhankelijke zorgpremie
  • Afschaffing aftrek specifieke zorgkosten
  • Verlaging tarief 2e en 3e schijf IB met 4,05%
  • Verlaging toptarief en verlenging 3e schijf IB
  • Beperking fiscale innovatieregelingen (RDA, innovatiebox en WBSO)
  • Koppeling percentage belastingrente VPB aan wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8%
  • Koppeling percentage belastingrente overige belastingen aan wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een ondergrens van 4%
  • Jaarlijkse verlaging hypotheekrenteaftrek met 0,5% per jaar, zowel voor bestaande als nieuwe gevallen
  • Vervallen vrijstelling MRB voor oldtimers
  • Verhoging accijns op alcohol
  • Verhoging accijns op diesel en LPG
  • Verhoging maximum arbeidskorting
  • Verhoging algemene heffingskorting
  • Afschaffing BTW-compensatiefonds

Per 1 maart 2014

  • Verhoging accijns op tabak

Per 1 januari 2015

  • Afschaffing alleenstaande ouderkorting en aanvullende alleenstaande ouderkorting
  • Afschaffing ouderschapsverlofkorting
  • Afschaffing aftrek levensonderhoud kinderen
  • Aftopping inkomen voor fiscale opbouw aanvullend pensioen tot € 100.000
  • Verlaging jaarlijkse opbouwpercentage met 0,4%
  • Invoering Winstbox in IB (afschaffing c.q. versobering van ondernemersfaciliteiten)

De maatregelen uit het Regeerakkoord worden naar verwachting op korte termijn opgenomen in wetsvoorstellen zodat deze verder kunnen worden behandeld in samenhang met de wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2013.

De 5 meest gestelde vragen over IBAN en BIC

Per 1 februari 2014 is iedereen verplicht om zijn IBAN nummer te gebruiken. Lees hieronder de 5 meest gestelde vragen over IBAN en BIC.

1. Wat is IBAN?
IBAN staat voor International Bank Account Number. Dit rekeningnummer is in elk land op soortgelijke wijze opgebouwd. Het nummer bestaat uit het huidige rekeningnummer, dat vooraf wordt gegaan door de landcode (NL voor Nederland), een controlegetal (twee cijfers), een code van de bank (in Nederland vier letters) en één of meerdere nullen. IBAN wordt nu nog vooral voor grensoverschrijdende betalingen gebruikt, maar straks ook voor alle binnenlandse betalingen. In Nederland bestaat IBAN uit 18 tekens, in andere landen varieert dit van 15 tot maximaal 34 tekens.

2. Gaan we in Nederland in één keer over op IBAN?
Nee. Zowel consumenten als bedrijven hebben tot 1 februari 2014 de tijd om over te gaan van het huidige rekeningnummer op IBAN. Tot die tijd blijven er 2 betalingssystemen naast elkaar bestaan en kan er zowel gebruik worden gemaakt van het huidige rekeningnummer als de IBAN. Dit geldt ook voor de overschrijvingen en incasso’s. Het Nationaal Forum SEPA-migratie (NFS) heeft een nationaal migratieplan opgesteld, waarin de tijdlijnen staan vermeld voor de verschillende groepen van aanbieders en gebruikers van het betalingsverkeer. Houd hier rekening mee.

3. Waarom gaan we per 1 februari 2014 over?
De einddatum van 1 februari 2014 is in Europese wetgeving vastgelegd. Dan moeten alle 32 landen binnen SEPA (Single Euro Payments Area) over zijn op IBAN. Een einddatum biedt duidelijkheid aan alle aanbieders en gebruikers van het betalingssysteem. Ook maakt een einddatum de overgangsperiode zo kort mogelijk waarin dubbele systemen moeten worden gebruikt. Consumenten en bedrijven hebben de tijd om te wennen aan IBAN als rekeningnummer. En bedrijven kunnen zich voorbereiden om hun administraties, systemen en software aan te passen aan de nieuwe standaarden.

4. Moet ik zelf aan mijn klanten mijn IBAN doorgeven?
Het is belangrijk dat u tijdig uw klanten op de hoogte brengt van uw IBAN. Zorg ook dat uw facturen, briefpapier en andere correspondentie waar deze gegevens op staan worden aangepast. Maak gebruik van de checklist voor bedrijven op deze site.

5. Kan ik mijn IBAN al op mijn briefpapier vermelden?
Het wordt aanbevolen om zowel uw huidige rekeningnummer als uw IBAN op uw briefpapier te vermelden. De meeste bedrijven en consumenten zijn nu nog niet over op IBAN en hebben voor hun overschrijvingen dus nog uw huidige rekeningnummer nodig. De komende periode, als steeds meer bedrijven en consumenten gebruik gaan maken van IBAN, is het belangrijk dat zij ook uw IBAN kunnen vinden op uw briefpapier en andere communicatiemiddelen.

Heeft u vragen over IBAN en BIC? Neem dan snel contact met ons op zodat we u kunnen bijpraten.

5 vragen over de BTW verhoging

Per 1 oktober wordt de BTW verhoogd van 19 naar 21 procent. Lees hier het antwoord op de 5 meest gestelde vragen rondom de BTW verhoging.

Mogen ondernemers voor prestaties die zij verrichten na 30 september 2012 al vóór 1 oktober 2012 factureren met een btw-tarief van 21 procent?
Ja. Om te voorkomen dat ondernemers aanvullende facturen moeten versturen voor het verschil tussen 19 en 21 procent, is dat toegestaan.

Welk tarief is van toepassing bij doorlopende prestaties die zijn begonnen vóór 1 oktober 2012 en daarna verdergaan?
De afrekenperiode moet in dat geval worden gesplitst. Voor het deel van de prestatie dat vóór 1 oktober plaatsvindt, geldt het oude tarief van 19 procent. Voor het deel van de prestatie dat na 1 oktober plaatsvindt, geldt het nieuwe tarief van 21 procent. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij abonnementen op gas, elektriciteit, water en telecommunicatiediensten.

Onder welke rubriekpost op het aangifteformulier moet het 21 procent-tarief worden opgenomen tot 1 oktober 2012?
Als voor prestaties die na 30 september 2012 verricht worden nog vóór 1 oktober 2012 een factuur wordt uitgereikt met 21 procent btw, dan kan deze btw opgenomen worden in rubriek 1c van het aangifteformulier. Met ingang van 1 oktober 2012 moet het algemene btw-tarief van 21 procent zoals gebruikelijk weer in rubriek 1a van het aangifteformulier aangegeven worden.

Vaak worden service- en onderhoudsabonnementen in termijnen betaald of ze zijn al vooraf betaald en gefactureerd in januari. Als de onderhoudsbeurt plaatsvindt na 30 september 2012 is de ondernemer dan nog 2 procent extra verschuldigd als betaling al heeft plaatsgevonden?
Ja. Het moment waarop de prestatie wordt verricht is beslissend. Het opmaken van de factuur maakt wat dat betreft niet uit. Andersom geldt hetzelfde: als de prestatie vóór 1 oktober 2012 wordt verricht en de factuur wordt opgemaakt ná die datum is toch het 19 procent-tarief van toepassing.

Hoe moet de correctie in verband met de btw-verhoging over de periode 1 oktober tot en met 31 december 2012 bij doorlopende prestaties plaatsvinden?
Voor het deel van de (doorlopende) prestatie dat plaatsvindt ná 30 september 2012 moet bij prestaties aan ondernemers en rechtspersonen een aanvullende factuur uitgereikt worden met 21 procent btw. Als een ondernemer begin 2013 een jaarfactuur over 2013 uitreikt, dan kan hij ervoor kiezen op deze factuur ook de extra verschuldigde btw over het laatste kwartaal van 2012 in rekening te brengen. Dat kan dan vermeld worden als ‘na gefactureerde btw 2012’. De ondernemer moet de extra verschuldigde btw wel voldoen over het tijdvak oktober 2012.