Versimpeling innovatiebox
Staatssecretaris Weekers van Financiën versimpelt vanaf 1 januari 2013 de innovatiebox, een laag belastingtarief voor winst uit innovatieve activiteiten, voor besloten vennootschappen (BV’s) in het midden- en kleinbedrijf.
Winst
Innovatieve BV’s mogen vanaf 1 januari 25% van hun winst aanmerken als voordeel voor de innovatiebox, tot een maximum van 25.000 euro. Voor dit deel van de winst geldt dan een belastingtarief van effectief 5% in plaats van 20% of 25%.
Agenschap NL
Het product of dienst moet naar het oordeel van het Agentschap NL kwalificeren als een innovatie. De eis dat ten minste 30% van het inkomen dat wordt behaald met een vernieuwend product het directe gevolg is van een verkregen octrooi vervalt. De innovatieboxvoordelen gelden voor drie jaar waarna de ondernemer opnieuw kan kwalificeren voor de innovatiebox en de forfaitaire bepalingswijze.
Besluit
Innovaties die in aanmerking komen voor lagere belastingheffing zijn winsten en verliezen uit immateriële activa waarvoor ondernemers een octrooi of een buitenlands patent hebben gekregen. De innovatiebox geldt niet voor merken, logo’s en andere marketinghulp-middelen, op basis van het Verzamelbesluit 2013.
Soepeler uitstel van betaling voor ondernemer bij Belastingdienst
Ondernemers die tijdelijk weinig geld hebben, kunnen vanaf 1 januari makkelijker uitstel van betaling krijgen bij de Belastingdienst.
Telefonisch
Ondernemers kunnen de fiscus telefonisch maximaal 4 maanden om uitstel vragen voor een schuld van maximaal 20.000 euro. Voorwaarde is wel dat ze tot nu toe altijd netjes aan hun fiscale verplichtingen hebben voldaan. Bovendien moeten ze rente betalen. Aanslagen met een boete komen niet in aanmerking voor het uitstel.
Langer uitstel
De regels voor verzoeken om uitstel van betaling van langer dan 4 maanden worden ook iets minder streng. Ondernemers hoeven in dat geval geen volledige zekerheid meer te geven voor de openstaande schuld, bijvoorbeeld via een bankgarantie. Wel blijft een verklaring van een derde, zoals een bank, vereist waaruit onder meer moet blijken dat de betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn en dat de onderneming levensvatbaar is, aldus Financiën.
Lucht
Staatssecretaris Frans Weekers van Financiën wil ondernemers op deze manier “wat extra lucht” geven nu de economische omstandigheden minder goed zijn. De maatregelen werden al aangekondigd in het Belastingplan 2013.
Wijziging partnerbegrip toeslagen
De staatssecretaris heeft bij besluit bekend gemaakt dat per 1 januari 2013 het partner-begrip in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt gewijzigd.
Deze wijziging was al aangekondigd in de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 en de Overige fiscale maatregelen 2012. Destijds is besloten om het nieuwe partnerbegrip pas in te voeren op het moment dat het nieuwe automatiseringssysteem van de Belastingdienst/Toeslagen is geïmplementeerd. Dat is per 1 januari 2013 het geval.
Vanaf 1 januari 2013 sluit het partnerbegrip in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen aan bij het partnerbegrip van artikel 5a Algemene wet rijksbelastingen en dus ook bij het partnerbegrip volgens de Inkomstenbelasting, dat al eerder is gewijzigd.
De belangrijkste wijziging is dat het partnerschap voor de toeslagen tussen echtgenoten pas verbreekt als een verzoek tot echtscheiding is ingediend en de echtgenoten niet meer op hetzelfde woonadres staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie.
De gewijzigde definitie van het partnerbegrip kan tot gevolg hebben dat er geen recht meer bestaat op toeslag(en).
Tablets: vrij te verstrekken aan personeel?
Het gebruik van “tablets” is helemaal “in” tegenwoordig. Leuk om te krijgen, maar ook leuk om cadeau te doen aan het personeel. Maar: kan dat zomaar?
Dit is een vraag die veel gesteld wordt bij het zakelijk gebruik van tablets. Hoe ziet de fiscus de tablet die een werknemer krijgt van de werkgever? Hierna een kort overzicht van de ‘beschouwing fiscale regelgeving en standpunt Belastingdienst’.
Een tablet met een afmeting van groter dan 7 inch wordt gelijkgesteld aan een computer. Hierdoor is vrije verstrekking door de werkgever alleen mogelijk wanneer 90% of meer van het gebruik zakelijk is. Dit moet kunnen worden onderbouwd.
Een tablet van maximaal 7 inch groot wordt gezien als een communicatiemiddel (dus niet als computer), waardoor vrije verstrekking door de werkgever mogelijk is wanneer meer dan 10% van het gebruik zakelijk is.
Besluit Weekers
Er is sprake van een communicatiemiddel als het apparaat voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Het gaat om een apparaat met de uiterlijke kenmerken van een mobiele telefoon;
- Het is een toestel waarbij de communicatie een centrale rol speelt;
- Het beeldscherm heeft een diagonaal van niet meer dan 7 inch (dat is 17,78 cm).
Heeft u dus geen zin om fiscaal te worden aangeslagen voor verstrekte tablets, dan moet u de kleinere tabletversie kopen.
Mini iPad
Zogenoemde Pocket-PC’s, mini-notebooks, netbooks, e-readers en navigatieapparatuur vallen niet onder het begrip communicatiemiddelen. Ook de mini iPad met een scherm van 7,9 inch voldoet hiermee niet aan de eisen voor de soepelere fiscale regels voor telefoons.
Een recente uitspraak van de Rechtbank Haarlem heeft dit alles bekrachtigd en leverde een (grote) werkgever een naheffing voor de loonbelasting op van € 324.000.
Wilt u toch aannemelijk maken dat uw 10-inch tablets voor meer dan 90% zakelijk worden gebruikt, dan helpt het wanneer u allerlei functies heeft aangebracht die privégebruik bemoeilijken, bijvoorbeeld het blokkeren van privé-apps.
Gevolgen loonadministratie
Als de verstrekte tablet:
- Niet als communicatiemiddel wordt beschouwd EN
- Niet > 90% zakelijk wordt gebruikt
Onder de oude regels:
Dan wordt de tablet beschouwd als ‘loon in natura’, en dus belast.
Als u gebruik maakt van de Werkkostenregeling (WKR):
Dan komt de tablet ten laste van de vrije ruimte voor de werkkostenregeling.
Verhuurderheffing in 2013
Houdt u zich bezig met het verhuren van woningen? Dan dient u nu al na te gaan of u in 2013 mogelijk geconfronteerd wordt met de verhuurdersheffing.
Wat houdt deze nieuwe heffing in?
Iedereen die 11 of meer woningen verhuurt in de “gereguleerde” sector, wordt voor deze nieuwe belasting als belastingplichtige aangemerkt. Gereguleerde sector wil zeggen woningen waarvan de huur lager is dan de grens voor de huurtoeslag. In 2012 is die grens € 664,66.
Van de heffing uitgesloten zijn:
- Huurwoningen die behoren tot de “vrije sector”, zijnde woningen met een huur boven de huurtoeslaggrens.
- Verhuur in het kader van een hotel- of recreatiebedrijf voor een korte verblijfperiode.
Waar betaalt u als verhuurder belasting over?
De belasting wordt berekend over het aantal verhuurde woningen minus 10. Vervolgens wordt de gemiddelde WOZ-waarde genomen maal dat aantal woningen. Over die grondslag wordt dan het tarief toegepast. In 2013 zou het tarief 0,0014% bedragen maar er is in het regeerakkoord aangekondigd dat de verhuurdersheffing in 2013 met € 45 mln. verhoogd zal worden.
Voorbeeld uitgaande van een tarief van 0,0014%
Eigenaar X bezit 17 huurwoningen met een totale WOZ-waarde van € 2.550.000. De gemiddelde WOZ-waarde per huurwoning is dan € 150.000. De grondslag is dan 7 woningen (17 minus 10), maal € 150.000 = € 1.050.000. De belasting in 2013 bedraagt dan “slechts” € 14,70 (= 0,0014% x € 1.000.000). Maar bij een zelfde grondslag stijgt de belasting in 2014 al naar € 2.425,50!
Let op: De peildatum van 1 januari is bepalend voor wel of geen belastingplicht. Veranderingen gedurende het jaar spelen geen verder rol, alleen wellicht voor de heffing per eerstvol-gende peildatum. De heffing dient overigens op aangifte te worden voldaan en wel binnen 3 maanden, dus voor 1 april!
Eenmalig een onbelaste korting op uw pensioen
Heeft u een pensioen BV en kampt u met een tekort door tegenvallende beleggingsresultaten? Dan kunt u per 1 januari 2013 een eenmalige korting doorvoeren op uw pensioen zonder te worden aangeslagen door de Belastingdienst.
Hoe komt u in aanmerking voor de korting?
Om in aanmerking te komen voor de korting gelden strikte voorwaarden. Het tekort moet zijn ontstaan door reële beleggings- en ondernemingsverliezen. Daarnaast wordt de verlaging alleen goedgekeurd op de pensioeningangsdatum. Is het pensioen al ingegaan, dan geldt een overgangsregeling die tot en met 2015 loopt. In die periode kan er ook een eenmalige goedkeuring plaatsvinden tot vermindering van de pensioenuitkering.
Let op: Door de korting bespaart u op loonbelasting over de verlaagde pensioenuitkering plus 20% revisierente.
Btw-vrijstelling (para)medische diensten ingeperkt
De btw-vrijstelling voor (para)medische diensten wordt per 1 januari 2013 ingeperkt. Vanaf 1 januari 2013 zijn slechts nog vrijgesteld de diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), voor zover deze diensten tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van bedoelde opleiding.
Nieuwe btw-factureringsregels per 1 januari 2013
U dient per 1 januari 2013 rekening te houden met de nieuwe btw-factureringsregels. Wij raden u aan om uw administratie hier nu alvast aan te koppelen.
Waar moet een volledige btw-factuur per 1 januari 2013 aan voldoen?
- Datum uitreiking factuur.
- Opeenvolgend factuurnummer (meerdere reeksen mag).
- Btw-identificatienummer leverancier / dienstverrichter.
- Btw-identificatienummer afnemer bij toepassing verleggingsregeling of als een intracommunautaire levering wordt verricht
- NAW-gegevens ondernemer en afnemer.
- Geleverde goederen of diensten: hoeveelheid en duidelijke omschrijving.
- Datum waarop levering of dienst heeft plaatsgevonden.
- De maatstaf van heffing voor elk tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief btw, evenals de eventuele (vooruitbetalings)kortingen die niet bij de eenheidsprijs zijn inbegrepen.
- Het toegepaste btw-tarief.
- Het te betalen btw-bedrag.
- Indien de afnemer i.p.v. leverancier of dienstverrichter de factuur uitreikt, de vermelding: “Factuur uitgereikt door de afnemer“.
- Indien van toepassing: Verwijzing naar de vrijstelling of intracommunautaire levering.
- Indien een verleggingsregeling van toepassing is, de vermelding: “Btw verlegd”.
- Gegevens over het vervoermiddel (nieuw of gebruikt).
- Indien van toepassing de vermelding:”Bijzondere regeling – reisbureaus”.
- Indien van toepassing de vermelding: “Bijzondere regeling – gebruikte goederen“, “Bijzondere regeling – kunstvoorwerpen of “Bijzondere regeling – voorwerpen voor verzameling of antiquiten“.
- Indien van toepassing – NAW gegevens en BTW-identificatienummer fiscaal vertegenwoordiger
Let op: punten 11, 13, 15 en 16 zijn nieuw.
Wat zijn de eisen voor een vereenvoudigde btw-factuur per 1 januari 2013?
U krijgt vanaf 1 januari 2013 de mogelijkheid om een vereenvoudigde factuur uit te reiken als het factuurbedrag niet hoger is dan € 100. Een vereenvoudigde factuur dient aan de volgende eisen te voldoen:
- Factuurdatum.
- NAW-gegevens leverancier.
- Aard geleverde goederen of verrichte diensten.
- Het te betalen btw-bedrag, óf de gegevens waarmee dat bedrag kan worden berekend.
Let op: op het uitreiken van een onjuiste factuur staat per 1 januari 2013 een boete van maximaal € 4.920.
U kunt in 2013 nog makkelijker elektronisch factureren!
U mag al vanaf 2009 uw facturen elektronisch verzenden aan ondernemers in Nederland. Er geldt slechts één voorwaarde en dat is dat de afnemer moet accepteren dat de factuur alleen elektronisch wordt verstuurd. Op de elektronische factuur moeten dezelfde gegevens staan als op de papieren factuur.
Per 1 januari 2013 kunt u uw facturen gemakkelijker elektronisch verzenden aan ondernemers in Europa. De regels voor elektronisch factureren (e-invoicing) in Europees verband worden versoepeld. U bent straks vrij om zelf de technologie te kiezen om de authenticiteit, integriteit en leesbaarheid van de factuur te waarborgen. Afstemming met de inspecteur is niet meer vereist. Momenteel dient u gebruik te maken van een geavanceerde elektronische handtekening, uitwisseling van gegevens via een EDI (Electronic Data Interchange)-systeem of een andere vooraf door de inspecteur geaccordeerde methode.
Heeft u personeel? Is de Werkkostenregeling (WKR) wel of niet doorgevoerd?
Met ingang van 2011 kan gebruik gemaakt worden van de Werkkostenregeling (WKR). Omdat dit een ingrijpende maatregel is, heeft de overheid goedgekeurd dat de werkgevers gedurende 3 jaar (2011, 2012 en 2013) jaarlijks mogen kiezen: de WKR toepassen of gebruik maken van de oude regels voor werknemersvergoedingen. Circa 10% van alle werkgevers in Nederland hebben er voor gekozen gebruik te maken van de WKR. Er zijn situaties dat het inderdaad gunstig is om voor de WKR te kiezen. Voor de meeste werkgevers gaat dit echter niet op. Bij aanvang van het kalenderjaar dient de werkgever een keuze te maken. Voor het jaar 2013 kunnen werkgevers dus voor de laatste keer kiezen: wel of geen gebruik maken van de WKR.
Vanaf 2014 zijn alle werkgevers verplicht om van de regeling gebruik te maken.
De WKR zeer in het kort
De werkgever mag 1,4% (2013: 1,5%) van de totale fiscale loonsom gebruiken voor vergoedingen aan het personeel, dit is de vrije ruimte. Zodra deze vrije ruimte wordt overschreden dient 80% eindheffing (aanvullende loonbelasting) betaald te worden door de werkgever. Het is dus belangrijk om binnen deze vrije ruimte te blijven.
Sommige vergoedingen (bijv. de kilometervergoeding woon/werk) zijn vrijgesteld, en komen niet ten laste van de vrije ruimte. De fiscus stelt verder geen regels aan de vergoedingen. Dit in tegenstelling tot de oude regels.
Indien u de WKR wilt toepassen is het van belang dat u zich uitgebreider laat informeren dan deze korte weergave.
Is bij u bekend of uw onderneming gebruik maakt van de WKR?
Onze ervaring is dat de WKR niet echt leeft bij de gemiddelde werkgever. Daardoor kan een werkgever een fiscaal voordeel mislopen. Indien het antwoord op deze vraag u niet bekend is, dan adviseren wij u om te informeren bij degene die uw loonadministratie verzorgt.
Stel dat u als werkgever gebruik maakt van de WKR
Dan kan het interessant zijn om te kijken hoeveel “vrije ruimte” er nog is voor het jaar 2012. Kan / wil u als werkgever in december nog iets extra’s aan werknemers uitbetalen en kan dat “belastingvrij”? Het advies is om te informeren naar het antwoord op deze vraag, bij degene die uw loonadministratie verzorgt.
2013 wel of niet over op WKR?.
Zowel bij een werkgever met een hoge fiscale loonsom als bij een werkgever met een lage fiscale loonsom kan het interessant zijn om te kiezen voor de WKR. Meestal zal de reden waarom in 2012 niet gekozen is voor de WKR ook nu nog een rol spelen. Maar een nieuwe inventarisatie is zeker aan te raden.
Voorbeelden
- Een onderneming heeft in 2012 een jubileumfeest gevierd voor het personeel. De kosten voor personeelsfeestjes in 2013 zijn veel lager. Dan luidde voor 2012 het advies om de WKR niet toe te passen, maar kan het voor het jaar 2013 wel aan te raden zijn.
- Een onderneming wil de parkeerbonnen van de privé auto van een werknemer vergoeden: bij de oude regels is dit niet toegestaan. Bij de WKR is dit wel toegestaan.
Afbouw levensloopregeling
Werknemers konden op grond van de levensloopregeling fiscaal vriendelijk verlofdagen opsparen. Bij opname voor bijzonder verlof, eerder stoppen met werken of sabbatical kreeg de werknemer uit dit spaarpotje het salaris uitbetaald.
Vrijval
De nieuwe regering heeft besloten om de levenslooptegoeden waarvan het saldo per
31 december 2011 € 3.000 of lager was, per 1 januari 2013 automatisch vrij te laten vallen. Hierover is op dat moment wel loonheffing verschuldigd.
Voor hogere tegoeden geldt dat een (eventueel gefaseerde) afbouw verplicht wordt, tot uiterlijk 31 december 2021.
Het nieuwe kabinet heeft bepaald dat er door trouwe spaarders (met per 31 december 2011 een saldo hoger dan de genoemde € 3.000) de komende 10 jaar nog mag worden doorgespaard. De ‘bonus’ van de verlofkorting (lagere loonheffing) is echter geschrapt.
In de plannen wordt de koppeling tussen de opname uit het levenslooptegoed losgekoppeld van op te nemen verlofdagen.
Voordelige regeling opname 2013
Er is een fiscaal lokkertje voor de spaarders op komst (akkoord Tweede Kamer, moet uiteraard ook nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd). Dat lokkertje bestaat uit een belastingvrijstelling voor 20% van het in 2013 opgenomen bedrag uit de levensloop-tegoeden. De overige 80% van de opname wordt bij het belastbaar inkomen opgeteld. Deze voordeelregel wordt overigens berekend over maximaal het bedrag dat per
31 december 2011 in de levensloopregeling was gespaard. Uiteraard om te voorkomen dat deelnemers in 2012 en 2013 nog gelden zouden inleggen om die relatief gunstig in 2013 weer op te nemen.
Belastingvoordeel of niet
Met betrekking tot de opname van een saldo boven de € 3.000 komend jaar of daarna, wordt geadviseerd deze goed te plannen.
De opname in 2013 waarop de geplande vrijstelling van toepassing zal zijn (20% van de opname, zie hiervoor) wordt voor de resterende 80% bij het inkomen opgeteld en belast volgens de normale belastingtabellen. Hierdoor kan het zijn dat het topje van het belastbare inkomen tegen een hoger belastingtarief belast wordt. Hierdoor kan het belastingvoordeel in elk geval gedeeltelijk teniet worden gedaan.
Verder moet worden gedacht aan de verlaging van de eventuele toeslagen. De verhoging van het belastbaar inkomen heeft direct effect op de hoogte van het toetsingsinkomen, waarop de toeslagen worden gebaseerd.
Ook moet rekening worden gehouden met eventuele heffing van belasting over Box 3 vermogen. Het lopende tegoed van de levensloopregeling wordt niet meegerekend in deze vermogensrendementheffing. Een opname uit dit tegoed, zonder werkelijke besteding, zal leiden tot toename van de banktegoeden die wel meetellen voor deze heffing.
Tenslotte kan beoordeling van de rentevergoeding over het huidige levenslooptegoed tot de conclusie leiden dat opname hieruit minder aantrekkelijk blijkt te zijn.